Changes

Jump to navigation Jump to search

Template:Phrasebook/Dutch

4,664 bytes added, 01:56, 4 February 2011
no edit summary
===Dutch===NL for in the Netherlands, B for in Belgium (but in both coutries they can understand both phrases)# Hello - '''Hallo'''# Excuse me.. - '''Excuseer..''' # Do you possibly drive in the direction of ...? - '''Rijdt u misschien toevalling in de richting van ... ?'''# Mag ik misschien met Could I get a lift to...? - '''Kunt u meerijdenmij een lift naar ... geven?'''# - a gasstation / a service area / a parking place? / along the highway - '''- een tankstation / NL: een verzorgingsplaats / NL: een parkeerplaats, B: een parking / langs de snelweg'''# Is the lift free? / I can't pay.- '''Is de lift gratis?/ Ik kan niet betalen.'''# Do you speak ...? / any other languages / Could you speak slower, please? - '''Spreekt u ...? een andere taal / Kunt u me bij alstublieft wat langzamer praten?'''# yes / no / maybe / no thanks /- '''ja / nee/ misschien / geen dank /'''# That’s great / perfect / bad / no problem - '''Dat is geweldig / perfect / slecht / geen probleem'''# I don't understand. / I don't know.- '''Ik begrijp het niet / Ik weet het volgende tankstation afzettenniet'''# I'm going to ... / Where are you going to?- '''Ik ga naar ... / Waar gaat u heen?'''# My name is... / What's your name? / I’m from... / Where are you from?- '''Ik heet ... / Hoe heet u? / Ik kom van ... / NL: Waar komt u vandaan? B: Vanwaar bent u?'''# I’m ... years old. / How old are you? - '''Ik ben ... jaar oud / Hoe oud bent u?'''# Kan I study.... / My subjects are... / I’m in my ... year. / I will become a .... - '''Ik studeer ... / Mijn vakken zijn ... / Ik zit in mijn ... jaar. / Later word ik er ...'''# I have a boy-friend/a girl-friend. / I'm married. - '''NL: Ik heb een vriendje/vriendinnetje, B: Ik heb een lief. / Ik ben getrouwd.'''# I’m on holiday. / I visit friends in... / I'm hitchhiking around... - '''Ik ben op vakantie. / Ik bezoek vrienden in ... / Ik lift door ...'''# I will stay for... / I’m going back... - '''Ik zal voor ... blijven / Ik ga ... terug.'''# Don’t touch me! / Let me out! / Stop! / Help! - '''Raak me niet aan! / Laat me eruit! / Stop! / Help!'''# Can you drop me off here? - '''Kunt u mij hier uiteruit laten?'''# Thank you! / Have a nice day/trip! - '''Dank u wel! / Nog een prettige dag/reis!'''# Where can I find ...?- '''Waar kan ik een ... vinden?'''# - the city centre / a map - ''' - het centrum / een kaart'''# - a toilet / a supermarket / a pharmacy / a campsite - '''- een toilet / een supermarkt / een apotheek / een camping'''# - an internetcafe / a cashmachine / a bank - '''- een internetcafé / NL: een pin-automaat, B: een bancontact (not interchangable!) / een bank'''# - a metrostation / a busstation / a trainstation - '''- een metrostation / een bushalte / een treinstation'''# Bedankt voor - the highway to ... / a good hitchhikingspot - '''de lift!snelweg naar ... / een goede liftplaats'''# water / (herbal) tea / hot chocolate / coffee - '''water / (kruiden)thee / warme chocolademelk / koffie'''# Oostbeer / (red, Westwhite) wine / juice - '''bier / (rode, Noordwitte) wijn / sap'''# vegetarian / diner / bread / a cheap restaurant - '''vegetarisch (the product, Zuida person is called: vegetariër) / avondeten / brood / een goedkope restaurant'''# Cheers! / Enjoy your meal! - '''Proost! / eet smakelijk!'''# I’m hungry / thirsty / fine / cold / hot / sick - '''Ik heb honger / dorst / Met mij gaat het goed / Ik heb het koud/ warm / Ik ben ziek'''# north / east / south / west - '''noord / oost / zuid / west'''# yesterday / today / tomorrow - '''gisteren / vandaag / morgen '''# zero / one / two / three / four / five / six / seven / eight / nine / ten - '''één / twee / drie / vier/ vijf / zes / zeven / acht / negen / tien'''# eleven / twelve / thirteen / fourteen / fifteen / sixteen / seventeen / eighteen / nineteen / twenty - '''elf / twaalf / dertien / veertien / vijftien / zestien / zeventien / achttien / negentien / twintig'''# twenty-one / thirty - '''éénentwintig / dertig'''# hour / day / week / month / kilometre - '''uur / dag / week / maand / kilometer'''# left / right / straight on / before/ after - '''links / rechts / rechtdoor / voor / achter'''# this / next / last / - '''dit/deze / volgende / laatste'''# often / seldom / never / long / short - '''vaak / zelden / nooit / lang / kort'''# up / down / over / under - '''boven / beneden / over / onder'''# How far is it (on foot)? / Where are we? - '''Hoe ver is het nog (te voet)? / Waar zijn we?'''# How much does it cost? / What time is it? - '''Hoeveel kost het? / Hoe laat is het?'''# We are looking for a place to sleep. - '''Wij zoeken een slaapplek.'''# Where can we buy a ticket? - '''Waar kunnen wij een NL: kaartje, B: ticket kopen?'''# Who? / What? / Where? / Why? / When? - '''Wie? / Wat? / Waar? / Waarom? / Wanneer?'''# How? / How much? / How long? / Which? - '''Hoe? / Hoeveel? / Hoelang? / Welke? '''   [[Category:Templates]]</noinclude>   [[Category:Templates]]</noinclude>
Anonymous user

Navigation menu